Voedingsdeskundige, diëtiste-herboriste
“Our lives begin to end the day we become silent about things that matter.
We beginnen onze stervensgang op de dag dat we zwijgen over dat wat er echt toe doet.
”
Ik groeide op in een meisjesgezin als tweede in de rij van 5 dochters. Mijn hele kinder- en adolescententijd kon ik genieten van de landelijke omgeving waarin we woonden: het bosrijke, heuvelachtige Kessel-Lo. Wandelingen maken, met de slee een heuvel af in de winter, bloemenkransen vlechten in de zomer…, het zijn slechts enkele van de heerlijke herinneringen aan vroeger.
Naast school lopen, volgde ik notenleer en vioolles, turnde in een club, was ik zelden afwezig bij de lessen voordrachtkunst en speelde later ook nog even toneel. Tijdens de vakanties volgden dan sportkampen voor paardrijden (als derde optie, omdat ik van thuis uit niet aan het waterskiën of valscherm springen mocht).
Mijn studies gingen van Latijn-Wetenschappen naar 2 kandidatuurjaren Geneeskunde aan de KUL, waarna ik – getriggerd door een amoureuze bevlieging – overstapte naar de 3 jaren Voeding en Dieetleer. In latere jaren volgde ik nog de opleiding tot herborist. Sindsdien blijf ik gebeten door het virus te willen bijleren, uit een niet aflatend geboeid zijn in nieuwe kennisinhouden én om beter en zinvoller werk te kunnen doen.
8 jaren lang werkte ik eerst in het Laboratorium Kindergeneeskunde in het UZ Gasthuisberg te Leuven. Intussen ontmoette ik mijn toekomstige man en werd ik moeder van twee zoons. Vanaf de geboorte van mijn tweede zoon ging ik niet meer uit huis werken; we verhuisden naar een heilpedagogische instelling: het Iona Instituut te Kessel.
Daar kwam ik in een nieuwe, warme en boeiende gemeenschap terecht die een echte bedding voor me was in mijn ontmoeting met de antroposofie. Mijn reeds lang aanwezige overtuiging voor natuurvoeding kreeg daar volop grond onder de voeten en nieuwe impulsen bovendien. Nog twee zonen bracht ik daar ter wereld. We verbleven er als gezin een kleine 9 jaren.
Tenslotte verliet ik deze plek met mijn gezin, nu als alleenstaande moeder. We bleven in de Lierse omgeving wonen en ik kon deeltijds aan de slag als administratieve kracht in een antroposofische hogeschool.
De jaren 1995 – 1998 beproefden me op gezondheidsniveau: ik kreeg een ernstig rugprobleem, waarvoor tot een ingreep werd besloten en enkele jaren later kwam er een kanker episode bij. Dit is de tijd waar het me voor het eerst écht duidelijk werd hoe belangrijk de keuze van voeding kan zijn voor (het herstel van) je gezondheid; ik maakte die keuze quasi instinctief, ging er proefondervindelijk mee om en heb er heel wat van opgestoken. Wat ik nu nog steeds in praktijk kan brengen naar anderen toe.
Vanaf 1999 ging ik enkele uren per week als zelfstandige diëtiste werken, in samenwerkingsverband met mijn toenmalige huisarts. De jaren die volgden gaven me steeds nieuwe kansen en boden me andere werkplekken. Mijn huidige spreekuren spelen zich af in een bestendige afwisseling tussen een praktijkplek in het Antwerpse en thuis.
Daar is sinds een 15-tal jaar nog mijn verbinding met de Functional medicine in het CCT (collaborative care team) rond dr. Bert Lefevre bijgekomen.
Stilaan slaan er gensters van een gemeenschappelijk groeiend enthousiasme over op collega’s artsen, andere zorgverleners en patiënten. Dit is voor mij erg fijn om te mogen ervaren. Het houdt mijn hoop levend.
Mijn zoons zijn intussen het huis uit en hebben zich alle verbonden met de vrouw van hun dromen. Daar zijn nu ook enkele (klein)zoons en 1 meisje uit voortgekomen. Ik voel me een dankbare en rijke moeder en oma.
“HOOP
Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt. Hoop is niet te voorspellen of vooruit te zien, het is een gerichtheid van het hart, voorbij de horizon verankerd.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme, evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is, ongeacht de afloop, het resultaat.
”